zondag 30 maart 2014

Wild Fermentation

Wild Fermentation

door Sandor E. Katz

Voor wie fermentatierecepten en maatschappijkritiek zoekt! 
Voorlopig is er nog geen Nederlandstalige versie van dit schitterende boek voor fermentatiefanaten beschikbaar.  Jammer, want Sandor weet de zaken heerlijk te beschrijven.  Dit boek is nu al een klassieker en een cultboek - helemaal terecht.
We eten meer gefermenteerde zaken dan we denken: bier, koffie, thee, yoghurt, kaas, wijn, ...  Allemaal gefermenteerd. 
Niet alleen biedt Sandor je een schatkamer aan recepten van gefermenteerd voedsel (van zuurkool tot brood, wijn, bier, yoghurt, kefir, graanpappen, azijn en drankjes) - hij trekt ook interessante parallellen tussen het in cultuur brengen van wilde gisten en de cultuur van ons voedsel en de diversiteit rondom ons die dreigt verloren te gaan vanwege monocultuur (vb in de landbouw) en uniformiteit.  Enkele ideeën uit het boek:
Gefermenteerde voedingsmiddelen zijn revolutionair!  Niet alleen zijn ze hypergezond en lekker - ze bieden ook een manier om voedsel te bewaren zonder dat er voedingsstoffen verloren gaan. 
Ben je op zoek naar iets totaal nieuws in de keuken?  Je vindt het in dit boek.
Vandaag zien we volgens Katz een vervlakking van cultuur en van voedsel.  Op elke straathoek in gelijk welke wereldstad kan je wel een McDonald's vinden, bijvoorbeeld.  Cultuur is echter een fenomeen dat vooral lokaal plaatsvindt.  Veel traditionele gebruiken en recepten ruimen helaas plaats voor geglobaliseerde eetgewoontes. 
De "Wilde Fermentatie" bij je thuis kan hier echter een tegengewicht bieden!  In je fermenteerexperimenten gebruik je namelijk extreem lokale populaties van microbacteriële culturen om uniek voedsel te produceren.  Onze Belgische streekbieren - ook gefermenteerd met zeer lokale fermenten uit de plaatselijke lucht - zijn daar een voorbeeld van. 
Rebelleer tegen de eenheidsworst!  Het telen en het uitdelen van je eigen voedsel is de meest revolutionaire actie die je kan ondernemen, zegt Sandor.  Want als fermentateur/ trice maak je gebruik van lokale culturen (de wilde gisten in de lucht rondom je woonplek) - dat is zelfvoorziening!  Doe-het-zelf fermentatie is dus zowat het tegenovergestelde van het eten van fastfood. 
Een ode aan de smaak.

donderdag 27 maart 2014

Zelf medicijn voor kippen maken

Een zieke kip - bestaat er iets zieligers?  Onze Laxmi, die anders zo levenslustig en lawaaierig kan zijn, keek bijzonder sip een weekje terug, zoals alleen een kip dat kan.  In plaats van haar fiere tred en haar enthousiaste gescharrel zat ze nu stil, vertoonde geen interesse - zelfs niet in maïs - en sprak geen enkele tok uit.
Andere symptomen zagen we niet, en omdat de andere kip gezond leek kozen we ervoor hen beiden te behandelen met een versterkend medicijn, namelijk appelazijn.  Na dag twee al scharrelde ze weer fijn rond, maar ze verkoos enkel onderstaand medicijntje te eten.  Vandaag is ze al weer helemaal de oude!

Zelfgemaakt Aansterkend Kippenmedicijn
Nodig:
-stabiel kommetje
-twee boterhammen
-250 ml water
-1 el appelazijn, biologisch en van goede kwaliteit
-om af te werken: enkele rozijntjes
Hoe maak je het?
1.Giet het water en de azijn in het kommetje.
2.Breek het brood in stukjes, en voeg samen met de rozijntjes toe.
3.Laat minstens een half uur weken.
4.Roep je kippen.
5.Zorg ervoor dat ze het kommetje niet kunnen omstoten: hoe meer ze ervan drinken, hoe beter.

Beide kippen bleken dit middel (en dan vooral de rozijntjes) erg lekker te vinden.  Ik mag graag kijken hoe de kippen drinken.  Als gedistingeerde wijnproevers nippen ze eerst een weinig, waarna ze hun hoofd appreciërend omhoog houden, om dan met kleine slokjes door te spoelen.  Mijn kippen zijn dol op sojawei (als je zelf tofu maakt verkrijg je dit) en op kefir (waarvan ik hen slechts heel zelden en heel weinig geef, omdat er een heel klein beetje alcohol in zit).  En nu blijkt dus dat ze appelazijn ook geweldig vinden!  Appelazijn is niet enkel een medicijn voor kipjes, het werkt ook bij mensen.  Wat mij betreft is het een wondermiddel - het helpt tegen reflux.


Zelf medicijn voor kippen maken

Een zieke kip - bestaat er iets zieligers?  Onze Laxmi, die anders zo levenslustig en lawaaierig kan zijn, keek bijzonder sip een weekje terug, zoals alleen een kip dat kan.  In plaats van haar fiere tred en haar enthousiaste gescharrel zat ze nu stil, vertoonde geen interesse - zelfs niet in maïs - en sprak geen enkele tok uit.
Andere symptomen zagen we niet, en omdat de andere kip gezond leek kozen we ervoor hen beiden te behandelen met een versterkend medicijn, namelijk appelazijn.  Na dag twee al scharrelde ze weer fijn rond, maar ze verkoos enkel onderstaand medicijntje te eten.  Vandaag is ze al weer helemaal de oude!

Zelfgemaakt Aansterkend Kippenmedicijn
Nodig:
-stabiel kommetje
-twee boterhammen
-250 ml water
-1 el appelazijn, biologisch en van goede kwaliteit
-om af te werken: enkele rozijntjes
Hoe maak je het?
1.Giet het water en de azijn in het kommetje.
2.Breek het brood in stukjes, en voeg samen met de rozijntjes toe.
3.Laat minstens een half uur weken.
4.Roep je kippen.
5.Zorg ervoor dat ze het kommetje niet kunnen omstoten: hoe meer ze ervan drinken, hoe beter.

Beide kippen bleken dit middel (en dan vooral de rozijntjes) erg lekker te vinden.  Ik mag graag kijken hoe de kippen drinken.  Als gedistingeerde wijnproevers nippen ze eerst een weinig, waarna ze hun hoofd appreciërend omhoog houden, om dan met kleine slokjes door te spoelen.  Mijn kippen zijn dol op sojawei (als je zelf tofu maakt verkrijg je dit) en op kefir (waarvan ik hen slechts heel zelden en heel weinig geef, omdat er een heel klein beetje alcohol in zit).  En nu blijkt dus dat ze appelazijn ook geweldig vinden!  Appelazijn is niet enkel een medicijn voor kipjes, het werkt ook bij mensen.  Wat mij betreft is het een wondermiddel - het helpt tegen reflux.


zondag 23 maart 2014

Moestuinplannen en mulch

Vorig jaar groeide het onkruid in onze moestuin een beetje boven mijn hoofd!  Dat had deels te maken met de tijd die ik ook in onze verbouwingen wou stoppen, en deels met de weersomstandigheden: telkens ik wel tijd had, was het aan het regenen...
Dit jaar heb ik daarom dubbel zoveel plannen om het onkruid onder controle te houden.  Bovendien wil ik iets aan de woelmuizen in onze tuin doen, die tot nu toe met het grootste deel van onze lekkere pastinaken gaan lopen zijn.

Mijn plannen voor de moestuin:

-Ik ga mijn indeling voor de bedden goed volgen.  Die indeling maak ik al in september, wanneer ik de nieuwe look (te oogsten in het volgende jaar) inplant.
Ik maak een plan van alle tuinbedden, die ik een  nummer geef.
Daarna beslis ik welke plantfamilie op welk bed zal gezaaid worden.
Ik kleur de vakjes op mijn plan in met de kleuren die ik aan elke plantenfamilie gegeven heb - zo is het makkelijk om te zien of je voor een bepaalde "familie" genoeg ruimte hebt ingeschat.
Koolgewassen kleuren op mijn plan blauw, peulvruchten geel, wortelgewassen oranje, bladgewassen groen, en aardappelen bruin. Daarnaast zijn er nog vaste planten (zoals asperges en welsh onion), paprika's en tomaten (in de serre) en aardbeien.


Voorbeeldje van zo'n ingekleurd tuinplan


Telkens ik nieuwe groenten heb gezaaid, kleur ik de nog lege vakjes op een tweede plan in.  Dat tweede plan stelt voor wat ik effectief gezaaid heb.  Het tweede plan is handig om te kunnen zien hoeveel er al effectief gezaaid is in de tuin, en waar.  
Voorbeeld van mijn tuinplan op dit moment (eind maart) met nog niet echt veel gezaaide vakken!

Ik wissel de teelten af: na aardappelen of kolen komen steeds vlinderbloemigen (boontjes, soja, erwtjes, ...) omdat die stikstof in de grond aanmaken (waardoor deze meer voedingsstoffen bevat).  Na bonen komen slagroenten en spinazie, en daarna wortelgewassen (ui, biet, pastinaak, ...).  Pompoenen en paprika's nemen speciale aparte plaatsen in.

-Ik ga nog meer met de maanfasen proberen tuinieren, zolang het weer het toelaat.  Niet alleen is dat superhandig (je weet exact wanneer je welke tuintaak moet doen), het is ook heerlijk om te kunnen zeggen: "Onkruid?  Nee, dat gaat nu even twee weken niet!"
Na die twee weken waarin je volgens het tuinieren met de maan beter geen onkruid trekt, is dat onkruid trouwens tot een aangename wiedhoogte gegroeid...  En zodoende levert het meer mulch of compostvoer op!!!

-ik ga de composthoop elke maand keren.  Dat levert veel sneller bruikbare compost op, en echt veel werk is het niet. 

-ik ben van plan kruiden in te zetten tegen de woelmuizen.  Naar het schijnt helpen peper en knoflookaftreksels. 

-Om het onkruid te beheersen ga ik veel meer met mulch proberen werken.  Het is niet zo dat je met mulch veel minder werk hebt.  Een groot deel van de tijd besteed je namelijk aan het verzamelen en klaarmaken en verspreiden van die mulch.  Maar voor de rug is het wel beter.

Hoe kom je aan al die mulch?

Dit jaar ga ik mijn mulch halen bij:

- het dode materiaal (verdroogde stengels van vorig seizoen) dat overal in de tuin te vinden is.  Ik knip of breek het af, verwijder eventuele zaden (bv van stokroosstengels) die er nog aan zitten, en breek de stengels in stukjes op de bedden.  Na dit werkje is de tuin in een klap opgeruimd en gevoorjaarsmulched!

-vorig jaar heb ik mosterd gezaaid in mijn bloemenwei en op alle bedden waar aardappels gestaan hebben.  Mosterd biedt veel voordelen, zo geneest het o.a. de grond, houdt het slakken weg, en is het een ideale voedingsbron voor bijen.  Lees meer hier.
De na de winter verdroogde mosterdstengels in de bloemenwei ga ik gebruiken voor moestuinbedmulch.

-in de vijver drijft veel wier, om dat tegen te gaan heb ik er krabbenscheer in geplant, maar het teveel zal ik er uit vissen, een dag op de kant van de vijver laten liggen (zodat eventueel leven dat zich in het wier bevindt zijn weg terug naar de vijver kan vinden) en daarna als mulch gebruiken.  Voedingsrijk!

-omdat we momenteel aan het lemen zijn in onze living hebben we veel met leem besmeurde kranten.  Het lijkt me beter om die in de tuin te recycleren dan om ze in de vuilbak te doen.  Ook lege papieren zakken van bloem (5 kg zakken) en pizzadozen ga ik als makkelijke mulch gebruiken. 

-ik heb vorig jaar een hele hoop planten gestekt en verplant - vaak ging dat bijzonder goed!  Veel van die planten zijn woekeraars of stevige groeiers, die je kan snoeien waarna ze gewoon teruggroeien.  Het snoeisel van volgende planten zal ik dan ook gebruiken als mulch:
-salie
-citroenmelisse
-ruccola
-moederkruid
-mosterd
-smeerwortel
-guldenroede
-netel
-alsem
-...

-wanneer ik bij droog en warm weer schoffel, laat ik het verwijderde onkruid gewoon als mulch liggen.  Enkel bij echt warm weer mogelijk!

-van een vriendelijke buurvrouw krijg ik al het grasmaaisel uit haar tuin!

-zelf heb ik meer een wei dan een gazon, en regelmatig zal ik de grootste graspollen afsnijden met een groot broodmes.  Wanneer al het gras en de netels hoog staan, voor de bloei, ongeveer in juni, zal ik zeisen.  En in september nog een keer.  Bij warm weer kan je zo enorm veel mulch bij mekaar zeisen. 

Moestuinplannen en mulch

Vorig jaar groeide het onkruid in onze moestuin een beetje boven mijn hoofd!  Dat had deels te maken met de tijd die ik ook in onze verbouwingen wou stoppen, en deels met de weersomstandigheden: telkens ik wel tijd had, was het aan het regenen...
Dit jaar heb ik daarom dubbel zoveel plannen om het onkruid onder controle te houden.  Bovendien wil ik iets aan de woelmuizen in onze tuin doen, die tot nu toe met het grootste deel van onze lekkere pastinaken gaan lopen zijn.

Mijn plannen voor de moestuin:

-Ik ga mijn indeling voor de bedden goed volgen.  Die indeling maak ik al in september, wanneer ik de nieuwe look (te oogsten in het volgende jaar) inplant.
Ik maak een plan van alle tuinbedden, die ik een  nummer geef.
Daarna beslis ik welke plantfamilie op welk bed zal gezaaid worden.
Ik kleur de vakjes op mijn plan in met de kleuren die ik aan elke plantenfamilie gegeven heb - zo is het makkelijk om te zien of je voor een bepaalde "familie" genoeg ruimte hebt ingeschat.
Koolgewassen kleuren op mijn plan blauw, peulvruchten geel, wortelgewassen oranje, bladgewassen groen, en aardappelen bruin. Daarnaast zijn er nog vaste planten (zoals asperges en welsh onion), paprika's en tomaten (in de serre) en aardbeien.


Voorbeeldje van zo'n ingekleurd tuinplan


Telkens ik nieuwe groenten heb gezaaid, kleur ik de nog lege vakjes op een tweede plan in.  Dat tweede plan stelt voor wat ik effectief gezaaid heb.  Het tweede plan is handig om te kunnen zien hoeveel er al effectief gezaaid is in de tuin, en waar.  
Voorbeeld van mijn tuinplan op dit moment (eind maart) met nog niet echt veel gezaaide vakken!

Ik wissel de teelten af: na aardappelen of kolen komen steeds vlinderbloemigen (boontjes, soja, erwtjes, ...) omdat die stikstof in de grond aanmaken (waardoor deze meer voedingsstoffen bevat).  Na bonen komen slagroenten en spinazie, en daarna wortelgewassen (ui, biet, pastinaak, ...).  Pompoenen en paprika's nemen speciale aparte plaatsen in.

-Ik ga nog meer met de maanfasen proberen tuinieren, zolang het weer het toelaat.  Niet alleen is dat superhandig (je weet exact wanneer je welke tuintaak moet doen), het is ook heerlijk om te kunnen zeggen: "Onkruid?  Nee, dat gaat nu even twee weken niet!"
Na die twee weken waarin je volgens het tuinieren met de maan beter geen onkruid trekt, is dat onkruid trouwens tot een aangename wiedhoogte gegroeid...  En zodoende levert het meer mulch of compostvoer op!!!

-ik ga de composthoop elke maand keren.  Dat levert veel sneller bruikbare compost op, en echt veel werk is het niet. 

-ik ben van plan kruiden in te zetten tegen de woelmuizen.  Naar het schijnt helpen peper en knoflookaftreksels. 

-Om het onkruid te beheersen ga ik veel meer met mulch proberen werken.  Het is niet zo dat je met mulch veel minder werk hebt.  Een groot deel van de tijd besteed je namelijk aan het verzamelen en klaarmaken en verspreiden van die mulch.  Maar voor de rug is het wel beter.

Hoe kom je aan al die mulch?

Dit jaar ga ik mijn mulch halen bij:

- het dode materiaal (verdroogde stengels van vorig seizoen) dat overal in de tuin te vinden is.  Ik knip of breek het af, verwijder eventuele zaden (bv van stokroosstengels) die er nog aan zitten, en breek de stengels in stukjes op de bedden.  Na dit werkje is de tuin in een klap opgeruimd en gevoorjaarsmulched!

-vorig jaar heb ik mosterd gezaaid in mijn bloemenwei en op alle bedden waar aardappels gestaan hebben.  Mosterd biedt veel voordelen, zo geneest het o.a. de grond, houdt het slakken weg, en is het een ideale voedingsbron voor bijen.  Lees meer hier.
De na de winter verdroogde mosterdstengels in de bloemenwei ga ik gebruiken voor moestuinbedmulch.

-in de vijver drijft veel wier, om dat tegen te gaan heb ik er krabbenscheer in geplant, maar het teveel zal ik er uit vissen, een dag op de kant van de vijver laten liggen (zodat eventueel leven dat zich in het wier bevindt zijn weg terug naar de vijver kan vinden) en daarna als mulch gebruiken.  Voedingsrijk!

-omdat we momenteel aan het lemen zijn in onze living hebben we veel met leem besmeurde kranten.  Het lijkt me beter om die in de tuin te recycleren dan om ze in de vuilbak te doen.  Ook lege papieren zakken van bloem (5 kg zakken) en pizzadozen ga ik als makkelijke mulch gebruiken. 

-ik heb vorig jaar een hele hoop planten gestekt en verplant - vaak ging dat bijzonder goed!  Veel van die planten zijn woekeraars of stevige groeiers, die je kan snoeien waarna ze gewoon teruggroeien.  Het snoeisel van volgende planten zal ik dan ook gebruiken als mulch:
-salie
-citroenmelisse
-ruccola
-moederkruid
-mosterd
-smeerwortel
-guldenroede
-netel
-alsem
-...

-wanneer ik bij droog en warm weer schoffel, laat ik het verwijderde onkruid gewoon als mulch liggen.  Enkel bij echt warm weer mogelijk!

-van een vriendelijke buurvrouw krijg ik al het grasmaaisel uit haar tuin!

-zelf heb ik meer een wei dan een gazon, en regelmatig zal ik de grootste graspollen afsnijden met een groot broodmes.  Wanneer al het gras en de netels hoog staan, voor de bloei, ongeveer in juni, zal ik zeisen.  En in september nog een keer.  Bij warm weer kan je zo enorm veel mulch bij mekaar zeisen. 

vrijdag 21 maart 2014

Boekbespreking: Groenten in de hoofdrol door Peter Bauwens

Groenten in de hoofdrol - voedsel kweken voor de toekomst, door Peter Bauwens, uitgegeven bij Tirion Natuur

Telkens ik een boek van Peter Bauwens lees moet ik me inhouden - liefst wil ik me dan snel naar de winkel reppen om zo mogelijk het gehele assortiment van de Nieuwe Tuin aan te schaffen.  Bauwens is ofwel een goede marketeer (die prachtige foto's!  Die fantastische plantennamen!  Die suuupermooie zadenzakjes!) of een ware kunstenaar.  Of beide. 
Ook dit boek blinkt uit en betovert je met de gekende stijl: felwitte achtergrond, waardoor de gefotografeerde groenten en kruiden op de voorgrond er des te mooier uitspringen in al hun kleurigheid en mooite. 
Mijn god, hoe prachtig is toch de natuur!  Dat soort dingen wil je uitroepen bij het zien van die foto's...  Wat een kleuren!  Wat een veelheid aan diversiteit!  Hoeveel valt er nog te ontdekken!
Dit boek inspireert, informeert en amuseert.

"Groenten in de hoofdrol" is opgedeeld in drie hoofdstukken.
In "het nieuwe weten" vertelt Peter ons hoe we zelf een enorme impact op ons voedsel kunnen hebben: we kiezen helemaal zelf wat we eten.  De macht van de consument laat zich drie maal per dag - bij elke maaltijd, gelden.  Elke dag biedt aan iedereen de kans om zelf verandering in te zetten.

Een blije verrassing: Peter Bauwens, zelf een gepassioneerd vegetariër, pleit in dit boek voor meer plantaardig eten - het is "de meest logische en eigenlijk enige keuze voor de toekomst," o.a. omdat dierlijke producten enorm veel energie kosten en vervuiling veroorzaken. 
Nergens is deze tekst echter belerend of vermanend: Peter Bauwens benadrukt dat het hier om een keuze gaat.  Achterin het boek wordt nogmaals op erg aangename wijze uitgelegd dat iedereen zelf mag kiezen: de recepten mogen dan wel honderd procent plantaardig zijn, de lezer is vrij om, waar h/zij het nodig acht, zelf kaas, zuivel of zelfs vis of vlees toe te voegen.  De auteur wil enkel aantonen dat volledig plantaardig een (lekkere) mogelijkheid is. 
Een veel aangenamere aanpak dan die van Jenny Chandler, vind ik, die in haar boek "Peulvruchten" (zie bespreking) eerst een hoofdstuk wijdt aan de nadelen van vlees - en visconsumptie vergeleken met de voordelen van peulvruchten, om daarna een hele reeks recepten met "alles erop en eraan" (vlees en vis gecombineerd met peulvruchten) te publiceren.  
Het nieuwe weten focust verder op het waarom en hoe van vers, seizoensgebonden, minder maar kwaliteitsvoller, eerlijker, diverser en milieuvriendelijk - allemaal aspecten die je waar kan maken in een eigen tuin. 

Mijn enige teleurstelling bij het lezen van dit boek houdt verband met het stukje over gmo's.  Peter ziet zowel een toekomst voor het kleinschalig verbouwen van gewassen, de korte keten, als voor de grote industriële teelt van plantaardig voedsel.  Met behulp van technologie kunnen ook teelten op grote schaal schoner, energie-zuiniger en efficiënter worden.  Tot daar ben ik akkoord.  Maar daarna heeft hij het over genetisch aangepaste organismen.  We zien vaak enkel de horrorkanten van het gmo-verhaal, stelt hij, terwijl we de mogelijkheden ervan negeren.  Hogere opbrengsten en ziekte-resistente gewassen zijn zulke mogelijkheden.  Maar dat verhaal blijft voor mij in dit boek te vaag - ook al omdat ik deze mogelijke positieve kanten aan het gmo-vraagstuk (die trouwens ook via andere wegen bereikt kunnen worden) niet vind opwegen tegen de nadelen.  Veredelen: prima.  Maar in het DNA van gelijk welk levend organisme ingrijpen?  Nee.

In het tweede deel, "het nieuwe kweken," focust Peter op tal van frisse jonge projecten om op een alternatieve manier aan je eetbare planten te geraken.  Onder andere de fantastische Guy Dirix, plantenverzamelaar en beheerder van deze fijne website wordt voorgesteld, evenals een stadsmoestuin, een permacultuurproject en de historische kasteeltuin van Hex.  Ook CSA (iedereen zijn eigen groentenboer) en de Nieuwe Tuin zelf komen aan bod.  Zeker met het oog op de toekomst en de mogelijks stijgende zeespiegel vond ik de zilte groentenwetenschapper interessant.

In het derde deel, "het nieuwe eten" worden interessante groenten voor de toekomst uitgebreid besproken.  Elke plant krijgt een stukje geschiedenis mee, evenals informatie omtrent de voedingswaarde, hoe te kweken, wanneer te oogsten en uiteraard hoe te verwerken in gerechten.
De recepten zijn werkelijk super!  Oogstrelend, creatief, innovatief, en bijzonder vernieuwend.  Uit de recepten en de foto's in dit boek kan ik eindeloos inspiratie putten...  Mijns inziens legt Peter Bauwens hier eenzelfde verfijning en schoonheid in zijn recepten als diegene die de Japanse keuken karakteriseert.  Omdat hij het vaak over Japanse groenten en kookwijzen heeft, hoop ik van harte dat er gauw een Japans kookboek van zijn hand, met de "Bauwense touch" mag komen!
Die recepten...Heerlijk!  Wat te denken bv van edamame sushi, bladmosterdsoep, polenta met tuinbonen, quinoa tempura, bieslookpesto en pompoenbloemensoep?!
Zeer interessant vond ik te leren hoe je mosterdblad en stengelui kan drogen om op een nieuwe manier in de keuken en jaarrond te gebruiken, dat schorseneerbloem naar chocolade of vanille kan geuren, en dat sleutelbloempjes eetbaar zijn!  Handig en mooi is het hoofdstuk over kiemen.  Onkruid klinkt voor de auteur als "wilde groenten," waarmee je eveneens heerlijke gerechten kan bereiden.   
Omdat ik op deze blog (tot mijn eigen verrassing) merk hoezeer er gezocht wordt naar manieren om zelf quinoa te zaaien, kan ik aan al die zoekers dit boek aanraden: niet alleen krijg je een uitgebreide beschrijving van de zaaiwijze van het incagraan, er zijn ook prachtige foto's van diverse soorten quinoa, en recepten!
 
Het besluit van Bauwens is al even aangenaam om te lezen als het boek zelf.  De prachtige beelden, zo vertelt hij, dienen een doel: we eten met onze ogen, we zoeken schoonheid.  En schoonheid is belangrijk. 
De recepten zijn vegan omdat dit een logische keuze voor de toekomst lijkt.
En de informatie dient ter inspiratie: Peter Bauwens spoort je aan om zelf te beginnen met die tuin, alleen of samen, in de stad of op het platteland.
Laat je inspireren.
Laat je verleiden! 

zondag 16 maart 2014

Broodbeleg van de maand: Vegan Lemon Curd met Pastinaak!

Ken je lemon curd, die typisch Britse versnapering?  Heerlijk: een combinatie van citroen met ei die smeerbaar en zoet is...
Lemon curd is echter wel een totale caloriebom: eieren, suiker, boter, ...
Ik was al langer op zoek naar een lekkere plantaardige variant.  Er circuleren receptjes op het internet met maïzena om de citroenmix in te dikken, maar eerlijk gezegd vond ik dat die niet konden concurreren met het origineel.
Op het internet was ook sprake van een plantaardige variant van lemon curd met een heel ander ingrediënt als basis: pastinaak!  En waarom niet: pastinaak is zoet en smeuïg, als je het kookt en mixt.  Miki Duerinck en Kristin Leybaert publiceerden een fantastisch gerechtje voor een pastinaak crëme brulée in hun boekje over dessertjes.  Verder heb ik ook al pastinaak-cake gegeten.
Op de site van Morinya Cottage kitchen vond ik volgend receptje voor een gezonde en lekkere lemon curd:

Gezonde Plantaardige Lemon Curd

Nodig:
-250 g pastinaak, geschild en in blokjes gesneden
-50 ml citroensap en 1 el extra sap, apartgehouden
-1 1/2 el agavesiroop of een andere zoetmaker
-de zeste van 1 citroen
-1 el plantaardig vet (ik gebruikte gesmolten kokosvet)
-1 snufje kurkuma (optioneel) voor de kleur
-mixer of keukenmachine
-kookpot met water
-vergiet
Hoe maak je het?
1.Kook de stukjes pastinaak tot ze gaar zijn (minstens tien minuten)
2.Giet ze af en prak of mix tot glad.
3.Voeg 50 ml citroensap, zeste, agavesiroop en kokosvet toe, evenals de optionele snuf kurkuma, en blend of mix opnieuw tot egaal.
4.Giet dit mengsel in de droge kookpot en verhit drie minuten op medium vuur (goed blijven roeren) tot je het dikker ziet worden.
5.Voeg dan nog de extra lepel citroensap toe en roer goed.
6.PS: ik gebruikte limoensap en dat was superlekker!  Je zou net zo goed sinaas of zelfs mandarijn kunnen gebruiken.  Ik steriliseerde twee glazen potjes, maar dit broodbelegje bewaart niet lang: een excuus om het sneller op te eten!



vrijdag 14 maart 2014

Apocafictie: de hondsster

Waarom ik hier apocalyptische romans bespreek?  Zie mijn vorige stukje over "die wand"...

Peter Heller schreef met "De hondsster" een prachtige apocalyptische roman.
Hig is een van de weinige overlevenden na een wereldwijde pandemie.  Hij was vroeger piloot, en woont nu naast een verlaten vliegveld.  Af en toe trekt hij er met een Cessna op uit om te controleren of de omgeving nog veilig is, want in deze wereld, bijna tien jaar na de grote sterfte, is het eten en gegeten worden.
Hig houdt er niet van om te doden, maar hij heeft al talloze keren aanvallers en indringers moeten vermoorden - uit overlevingsnoodzaak.
Bangley, de man die zijn buur is en met wie hij samen hun voorraden beschermt tegen aanvallers, is het tegenovergestelde van Hig: Bangley bezit een heel wapenarsenaal en maakt er een sport van om op een zo macho mogelijke manier te overleven.
Nadat Hig's hond sterft, stort zijn wereld helemaal in elkaar.  Hij heeft zijn vrouw verloren, en hun ongeboren kind, maar het verlies van de trouwe waakhond doet hem beseffen dat hij het plezier in het leven verloren heeft.  Hij is enkel nog bezig met overleven, hij vreest dat hij zijn menselijkheid aan het verliezen is.
Hij wil dus op zoek naar iets anders, en hij trekt er met het vliegtuig op uit.  Zijn tocht brengt hem in contact met anderen, zowel met mensen die nog wat "menselijks" hebben als met anderen die mensen proberen in de val te lokken om meer voorraden te verkrijgen.
Peter Heller werkte voor National Geographic en dat merk je: de natuurbeschrijvingen zijn prachtig.  Lichtjes ongeloofwaardig vond ik het feit dat Hig een andere overlevende ontmoet die toevallig epidemiologe is, en dus alles kan uitleggen omtrent de pandemie.
Een mooi, poëtisch boek, met grappige en schrijnende passages.    
Wat zelfvoorzieners die rekening houden met een apocalyps eruit kunnen leren:
-je kan maar beter een hond hebben, die waarschuwt voor indringers
-je bent best gewapend
-een moestuin is onontbeerlijk
-veel mensen zijn onbetrouwbaar, maar net daarom is het beter om mensen te zoeken die nog wel betrouwbaar zijn, zodat je een groep kan vormen, en kan samenwerken - zodat je je menselijkheid niet verliest. 

Apocafictie: de hondsster

Waarom ik hier apocalyptische romans bespreek?  Zie mijn vorige stukje over "die wand"...

Peter Heller schreef met "De hondsster" een prachtige apocalyptische roman.
Hig is een van de weinige overlevenden na een wereldwijde pandemie.  Hij was vroeger piloot, en woont nu naast een verlaten vliegveld.  Af en toe trekt hij er met een Cessna op uit om te controleren of de omgeving nog veilig is, want in deze wereld, bijna tien jaar na de grote sterfte, is het eten en gegeten worden.
Hig houdt er niet van om te doden, maar hij heeft al talloze keren aanvallers en indringers moeten vermoorden - uit overlevingsnoodzaak.
Bangley, de man die zijn buur is en met wie hij samen hun voorraden beschermt tegen aanvallers, is het tegenovergestelde van Hig: Bangley bezit een heel wapenarsenaal en maakt er een sport van om op een zo macho mogelijke manier te overleven.
Nadat Hig's hond sterft, stort zijn wereld helemaal in elkaar.  Hij heeft zijn vrouw verloren, en hun ongeboren kind, maar het verlies van de trouwe waakhond doet hem beseffen dat hij het plezier in het leven verloren heeft.  Hij is enkel nog bezig met overleven, hij vreest dat hij zijn menselijkheid aan het verliezen is.
Hij wil dus op zoek naar iets anders, en hij trekt er met het vliegtuig op uit.  Zijn tocht brengt hem in contact met anderen, zowel met mensen die nog wat "menselijks" hebben als met anderen die mensen proberen in de val te lokken om meer voorraden te verkrijgen.
Peter Heller werkte voor National Geographic en dat merk je: de natuurbeschrijvingen zijn prachtig.  Lichtjes ongeloofwaardig vond ik het feit dat Hig een andere overlevende ontmoet die toevallig epidemiologe is, en dus alles kan uitleggen omtrent de pandemie.
Een mooi, poëtisch boek, met grappige en schrijnende passages.    
Wat zelfvoorzieners die rekening houden met een apocalyps eruit kunnen leren:
-je kan maar beter een hond hebben, die waarschuwt voor indringers
-je bent best gewapend
-een moestuin is onontbeerlijk
-veel mensen zijn onbetrouwbaar, maar net daarom is het beter om mensen te zoeken die nog wel betrouwbaar zijn, zodat je een groep kan vormen, en kan samenwerken - zodat je je menselijkheid niet verliest. 

zaterdag 8 maart 2014

Zelf koekjesvormpjes maken

Koekjes, mmm!  Als ze mooie vormpjes hebben zijn ze nog lekkerder!  Voor mijn vriend kocht ik een tijdje terug een doodskop-koekjesvormpje, lekker ruig...
En eigenlijk wou ik alweer naar de winkel stappen, om van die mooie hartvormige vormpjes te gaan halen - die zijn zo schattig...

Nadeel: ik wil zo min mogelijk nieuwe dingen kopen.  Er zijn al zoveel spullen in omloop.  Nieuwe spullen kopen betekent nieuwe spullen laten produceren, en dat produceren betekent alleen maar meer vervuiling.  Het kan ecologischer, en goedkoper, door je eigen koekjesvormpjes zelf te maken!  Dat is goed te doen, en het is nog leuk ook!

Mijn idee was om ze uit blikken tomaat (de enige blikjes die wij in huis nog gebruiken, en op termijn wil ik zelf tomaten inmaken in glas) te knippen.
Maar het nadeel is dat die blikken roesten aan de buitenkant.  Op het internet leerde ik dat je ook zelf koekjesvormpjes kan maken met behulp van aluminiumfolie.

Nu zou ik het zonde vinden om speciaal aluminiumfolie te gaan kopen om er dan eigen koekjesvormpjes mee te maken.  Da's immers alweer vervuilend.  Recycleren dan maar!  Zelf hebben we geen foliebakjes (die van de lasagne en de appeltaarten, bv) in huis, maar na een bezoekje aan mijn ouders kreeg ik er verschillende mee - hoera!

Je strijkt zo'n allu-bakje plat, bijvoorbeeld met een meetlat, en daarna knip je er een lange, rechthoekige strook af.  Let op, want de randen kunnen scherp zijn!  Met behulp van de meetlat vouw je die randen om.
Om een steviger resultaat te hebben en om de scherpe randen helemaal onschadelijk te maken, kan je daarna alles met plakband beplakken.  
Daarna schuif je de uiteindes in mekaar, zodat je een soort cirkel hebt.  Deze cirkel kan je dan omvormen tot de koekjesvorm van je dromen!
Zelf ben ik niet zo'n knutselmens (ben vrij onhandig), maar die hartjesvorm lukte me nog net.  Op het internet kan je filmpjes vinden van mensen die het allemaal wat professioneler en mooier afwerken: met behulp van linialen creëren zij bv sterretjes, en met behulp van een potlood kunnen ze mooie rondjes verkrijgen voor een eigengemaakt bloemenkoekjesvormpje.

Een tweede manier om eigen koekjesvormen te maken is om drankblikjes te gebruiken en in rondjes te knippen.  Het metaal is erg plooibaar en je kan het knippen, de werkwijze is verder dezelfde als hierboven.

Een derde manier om DIY koekjesuitstekers te maken is een platte vorm te knippen, dat kan uit een plat stuk alluminiumbak, met behulp van een mal.
Je tekent je mal af op het deksel van je alluminium-bakje, bijvoorbeeld.  Je knipt alles langs de lijntjes uit.  Dan leg je deze vorm op je uitgerolde koekjesdeeg en je snijdt erlangs met een mesje.  Iets meer werk, maar je kan zo ook ingewikkeldere patronen maken!

Wat een rare wezens zijn wij mensen toch.  Op het internet kan je de gekste ideeën vinden voor koekjesvormen: facebook-duimpjes, tetrisblokjes, ninja-mannetjes in allerlei gevechtshoudingen, koekjes in de vorm van schaakstukken, koekjes waar zogezegd al een hap uitgebeten is, en dalisnorren.  Met wat fantastie (en meer knip en teken talent dan ik) kan je zelf originele koekjesvormpjes bedenken om vervolgens gepersonaliseerde koekjes als fijn cadeau te geven.  Bijvoorbeeld een setje schaakstukkoekjes voor een schaakfanaat, of grote koekjes in de vorm van een vlinder (eventueel versierd met glazuur) voor een natuurmens.  Teddybeertjes voor de ouders van een nieuwgeborene, muzieknoten voor een muzikant, lettervormpjes voor eerste-lezertjes, exotische dierenvormkoekjes voor iemand die op reis gaat, vleermuiskoekjes voor halloween, huisjeskoekjes voor iemand die verhuist, enzovoort enzoverder!

Hieronder mijn creaties in koekvorm - alle vorm-ideetjes haalde ik van het internet, behalve die van de onderste foto...

Mijn hartjes-koekjesvormpjes...

en de gebakken versietjes...

 Nog romantischer: een hartjeskoekje met een recht stuk eruit gesneden, zodat je het op je tas warme chocolademelk kan schuiven!

Datzelfde trucje kan je ook toepassen met vleugeltjes: geef je drankje vleugels!


platte puzzelstukvormpjes...
en de eetbare versie daarvan!
Klassieke gemberkoekmannetjes...
Pacman die de spookjes ophapt (ik heb rozijntjes gebruikt voor de oogjes)



Doggie buscuits...
 Bliksemschichten of hoogspanningsteken...

En finally: het doodskopvormpje dat ik voor mijn vriend kocht en DIY anarchie-tekentjes!!!











donderdag 6 maart 2014

Potgrond Probleem

Hoera, het tuinseizoen is aangebroken!  Elk jaar brengt dat echter een probleem met zich mee: welke zaaigrond gebruik ik?
Ik ben graag zo onafhankelijk mogelijk.  Daarom vind ik het elk jaar opnieuw echt moeilijk om naar een tuincentrum te stappen om... grond te kopen.  Grond!  Aarde!  In plastic zakken verpakt!  Terwijl ik een hele tuin vol aarde heb...
Ik weet wel dat je je eigen tuingrond kan samenstellen om in te zaaien.  Vele bekende tuiniers, waaronder Alice Fowler, die hele leuke permacultuur tuinboeken schrijft, maken hun eigen zaaimengsel.  Vaak bestaat zo'n eigen mengsel uit een deel compost en een deel aarde.  Ook vaak moet deze aarde, opdat je geen ziektes kweekt en opdat er geen onkruidzaden in achter blijven, gesteriliseerd worden. 
Dat steriliseren doen die tuiniers dan, volgens hun boeken, door de aarde in de oven even op te warmen. 
Dat van die grond samenstellen, daar kan ik nog wel inkomen.  Maar in de oven afbakken?  Hoe doe je dat dan?  Ik gebruik toch redelijk wat zaaigrond, en ik heb niet zo'n grote ovenschalen...
Toch maar naar het tuincentrum dan?  In veel gekochte zaaigrond zit turf.  En turf haalt men uit veengronden.  Door de grote vraag naar turf verdwijnt het veenlandschap en de hele biotoop die daarbij hoort.  Daar wil ik eigenlijk ook niet aan meewerken... 
Een alternatief voor grond met turf in is geperste kokos.  De kokosschillen worden vermalen, en je kan plantjes opkweken in de bekomen aarde.  Maar uiteraard groeien er in onze streken geen kokospalmen.  Dat betekent dat die kokosaarde voor transportvervuiling zorgt...  Dus ook al geen echte oplossing...
En dan is er nog al dat plastiek, en al die vrachtwagens die met hele ladingen aarde in zakken van tuincentrum naar tuincentrum rijden. 
Dit jaar heb ik samengeperste kokosvezels, die ik op een rommelmarkt (!) vond, als zaaigrond gebruikt.  Op die manier heb ik gerecycleerd!  Als de zaailingen groot genoeg zijn, hoop ik ze te kunnen overplanten in grond uit de tuin (leem/klei, dus voedzaam).  Maar echt gerust ben ik er niet in: ik weet niet of samengeperste kokos wel een goede basis voor mn plantjes biedt. 
Toen ik nog niet zo begaan was met mijn moestuin heb ik eens groenten opgekweekt in lege yofu-potjes, gewoon met grond uit eigen tuin.  Niks in de oven afgebakken, niks geen compost aan toegevoegd.  Het lukte redelijk goed.  Veel plantjes kwamen op.  Ik was in die tijd absoluut niet van plan om geld uit te geven aan iets wat ik gratis uit de tuin kon scheppen, en waarvoor ik geen plastic zakken nodig had. 
Maar nu eet ik bijna jaarrond uit eigen tuin, en ik wil dat niet meer missen!  Het is dus echt wel belangrijk voor mij dat mijn plantjes goed opkomen. 
Hoe lossen jullie dit probleem op?  Heeft er al iemand geëxperimenteerd met een eigen zaaimengsel?  Of met afbakken in de oven?
Ik hoor ook veel goeds over zelfgemaakte bladcompost.  Maar naar het schijnt moet deze lang (jaren) staan?

Potgrond Probleem

Hoera, het tuinseizoen is aangebroken!  Elk jaar brengt dat echter een probleem met zich mee: welke zaaigrond gebruik ik?
Ik ben graag zo onafhankelijk mogelijk.  Daarom vind ik het elk jaar opnieuw echt moeilijk om naar een tuincentrum te stappen om... grond te kopen.  Grond!  Aarde!  In plastic zakken verpakt!  Terwijl ik een hele tuin vol aarde heb...
Ik weet wel dat je je eigen tuingrond kan samenstellen om in te zaaien.  Vele bekende tuiniers, waaronder Alice Fowler, die hele leuke permacultuur tuinboeken schrijft, maken hun eigen zaaimengsel.  Vaak bestaat zo'n eigen mengsel uit een deel compost en een deel aarde.  Ook vaak moet deze aarde, opdat je geen ziektes kweekt en opdat er geen onkruidzaden in achter blijven, gesteriliseerd worden. 
Dat steriliseren doen die tuiniers dan, volgens hun boeken, door de aarde in de oven even op te warmen. 
Dat van die grond samenstellen, daar kan ik nog wel inkomen.  Maar in de oven afbakken?  Hoe doe je dat dan?  Ik gebruik toch redelijk wat zaaigrond, en ik heb niet zo'n grote ovenschalen...
Toch maar naar het tuincentrum dan?  In veel gekochte zaaigrond zit turf.  En turf haalt men uit veengronden.  Door de grote vraag naar turf verdwijnt het veenlandschap en de hele biotoop die daarbij hoort.  Daar wil ik eigenlijk ook niet aan meewerken... 
Een alternatief voor grond met turf in is geperste kokos.  De kokosschillen worden vermalen, en je kan plantjes opkweken in de bekomen aarde.  Maar uiteraard groeien er in onze streken geen kokospalmen.  Dat betekent dat die kokosaarde voor transportvervuiling zorgt...  Dus ook al geen echte oplossing...
En dan is er nog al dat plastiek, en al die vrachtwagens die met hele ladingen aarde in zakken van tuincentrum naar tuincentrum rijden. 
Dit jaar heb ik samengeperste kokosvezels, die ik op een rommelmarkt (!) vond, als zaaigrond gebruikt.  Op die manier heb ik gerecycleerd!  Als de zaailingen groot genoeg zijn, hoop ik ze te kunnen overplanten in grond uit de tuin (leem/klei, dus voedzaam).  Maar echt gerust ben ik er niet in: ik weet niet of samengeperste kokos wel een goede basis voor mn plantjes biedt. 
Toen ik nog niet zo begaan was met mijn moestuin heb ik eens groenten opgekweekt in lege yofu-potjes, gewoon met grond uit eigen tuin.  Niks in de oven afgebakken, niks geen compost aan toegevoegd.  Het lukte redelijk goed.  Veel plantjes kwamen op.  Ik was in die tijd absoluut niet van plan om geld uit te geven aan iets wat ik gratis uit de tuin kon scheppen, en waarvoor ik geen plastic zakken nodig had. 
Maar nu eet ik bijna jaarrond uit eigen tuin, en ik wil dat niet meer missen!  Het is dus echt wel belangrijk voor mij dat mijn plantjes goed opkomen. 
Hoe lossen jullie dit probleem op?  Heeft er al iemand geëxperimenteerd met een eigen zaaimengsel?  Of met afbakken in de oven?
Ik hoor ook veel goeds over zelfgemaakte bladcompost.  Maar naar het schijnt moet deze lang (jaren) staan?

zondag 2 maart 2014

Wortels fermenteren

Gefermenteerde groenten zijn supergezond en zorgen voor vitaminen.  Daarbovenop is fermenteren een makkelijke manier om je oogst langer houdbaar te maken.  En als bonus...  is fermenteren supergemakkelijk!

Gefermenteerde worteltjes met gember
Nodig:
-ongeveer 10 medium schoongemaakte biologische wortels
-2 tl geraspte verse gember
-2 tl zout
-4 el zuurkoolsap (zuurkoolsap bekom je door zuurkool te maken, mocht je nog geen eigen zuurkool hebben, dan kan je ook gewoon 4 el water nemen en het zout daarin oplossen)
-rasp of een keukenmachientje
-kom
-stamper of ketchupfles
-grote inmaakpot met rubberen band en beugel, als je dat niet hebt een glazen pot met brede rand, kaasdoek en een elastiekje.
Hoe maak je het?
1.Was en rasp de wortels in een kom.
2. Voeg de geraspte gembber, het zout, het zuurkoolsap (of water) toe en meng goed. 
3.Stamp de wortelmix met een stamper - ik gebruikte gewoon een gevulde ketchupfles.
4.Doe alles in de weckpot en druk heel goed aan.  Zorg ervoor dat de worteltjes onder water staan, en dat je minimum 1.5 cm ruimte vrijhoudt onder de potrand.
5.Sluit de pot af en zet in je keuken of op kamertemperatuur.  Belangrijk: "ontlucht" de pot op tijd en stond (ongeveer dagelijks): gewoon heel even de metalen beugel opendoen - je hoort een "puf".  Doe je dit niet, dan kan de druk in de pot zo hoog oplopen dat hij ontploft! Blijf ook na de eerste week af en toe ontluchten.
6.Zet de pot na 3 dagen in een koelere ruimte.
7.Nu nog een weekje wachten en dan kan je proeven!
Op de foto zie je mijn wortels na anderhalve week: na een eerste keer proeven had ik bijna al het sap mee opgeschept.  Normaalgezien moet het vocht boven de wortels uitkomen (toch zeker in het begin van het fermenteerproces).  De worteltjes worden echter blijkbaar niet slecht!